Woorden. door Hans Bogers
Ik mag graag spelen met woorden, zinsdelen en zinnen. Daarom beleef ik ook altijd veel plezier aan het schrijven van columns en liedteksten. Volgens kenners heeft dat te maken met het domineesmilieu, waarin ik ben grootgebracht en opgegroeid en is die vaardigheid vastgelegd in mijn genen. Het zit me in het bloed, zou je ook kunnen zeggen. Dat woorden je ook in de verkeerde richting kunnen sturen, dat je door een verkeerde interpretatie iets anders hoort dan er gezegd wordt, dat komt bij mij ook echter regelmatig voor. Zo was ik afgelopen maandag op een persbijeenkomst met de wett’nholders Wagteveld en Brus en daar kwam het onderwerp van de impulsgelden aan de orde. Nou heeft dat woord twee en misschien wel meer betekenissen, waardoor ik in verwarring raakte. Ik dacht bij het woord impuls direct aan impulsiviteit; aan zonder eerst goed na te denken iets te doen. In dit geval ondoordacht geld uitgeven. Er had bij mij lichtje moeten gaan branden, dat hier sprake was van een contra dictio, want impulsiviteit is niet goed vast te leggen in voorschriften en regeltjes. Maar het licht bleef uit, totdat wett’nholder Brus me met zoveel woorden duidelijk maakte, dat het hier niet ging om ondoordachte impulsiviteit, maar om goed doordachte impulsen op het gebied van werkgelegenheid, zorg, leefbaarheid en duurzaamheid. Geen impulsiviteit, maar een stimulans dus. Een ander voorbeeld van een foutieve opvatting over een woord is mijn interpretatie van het woord interruptie. Ik had toch zo begrepen, dat dat iets moest zijn van het onderbreken van een spreker om snel iets te zeggen. In de raadsvergadering is die interruptiemogelijkheid gereguleerd via de voorzitter en ieder raads-of commissie lid heeft een interruptiemicrofoon voor z’n snufferd. Met deze opzet was goed te leven, omdat het snel reageren mogelijk maakte, zonder te belanden in een Poolse landdag. Helaas werden er volstrekt overbodig aan weerzijden van de voorzittersstoel twee extra interruptie microfoons geplaatst. De bedoeling was mij niet helemaal duidelijk, maar de snelheid was er wel helemaal uit, ook al verbeterde de conditie van de raadsleden aanzienlijk. Was interrumperen voorheen de garantie voor een levendige discussie, tegenwoordig is het een kwestie van wachten tot het betreffende raadslid, soms amechtig hijgend bij de interruptie microfoon is aangeland. En turven natuurlijk. Zo heeft, als ik het goed heb geklokt, Wim Stapel tot nu toe de snelste tijd gelopen. 30 seconden of zoiets. Het voorstel van de burgemeester om bij het overschrijden van de aanlooplimiet, de betrokken interruptiepleger af te fluiten, is door de raad met algemene stemmen verworpen, om de mogelijkheid van een rustmoment tijdens de gang naar de interruptiemicrofoon open te laten. Ook het voorstel om extra hindernissen aan te brengen zoals dwarsliggers of achteruit geschoven stoelen, haalde het niet. Binnenkort wordt de interruptiepilot geëvalueerd en het zou me niet verbazen, dat de raad, inmiddels weer een jaartje ouder geworden, zal kiezen voor het in alle rust, zittend interrumperen.