Even iets heel anders door Hans Bogers
Ik ben nogal nostalgisch aangelegd. Herinnerig van aard. Een ‘weet je nog wel oudje’ mens. En dat is nou het grote voordeel van ouder worden: er is elke dag weer meer om naar terug te kijken. Niet, dat ik heel vaak overspoeld wordt door het verleden, maar wel, dat ik, zeker als ik er voor ga zitten, bijna alles weer naar boven kan halen. Dan open ik als het ware  een laatje in mijn hoofd, vakje A onder B sub C bijvoorbeeld, en dan onderga ik weer een ver achter me gelegen geschiedenis. Zo sterk zelfs, dat ik het niet alleen voel en zie, maar zelfs de bijbehorende geuren weet op te snuiven. Bijzonder is dat, en helemaal bijzonder als ik dan zo’n geschiedenis met een ander kan delen, die dat ook heeft mee gemaakt. Die deel was van dat verhaal, maar het wel anders heeft ervaren.  Ja het barst van memorabele vakjes in mijn hoofd. Een schoolvakje , een vakje muziek, een paar lege vakjes, een medicinaal vakje, een vakje tandheelkunde, je kunt het zo gek niet noemen. Zoals u zult begrijpen is er natuurlijk ook een vakje sport, dat in heel wat andere vakjes is onderverdeeld. Een van die subvakjes heeft de naam van mijn favoriete club, al ben ik niet bepaald een supporter, waarop je zit te wachten. Ik kan van me zelf al niet tegen m’n verlies, maar tegen dat van die club daar aan de oever van de Maas al helemaal niet. Zo ontvluchtte ik mijn ouderlijk huis toen het  één nul werd voor Celtic en verstopte ik me wanhopig in een hooiberg, daarmee wel het hoogtepunt van mijn supporterscarrière missend. De Goals van Rinus en Ove. Spijt heb ik daarvan, maar het kon niet anders. Ja ik zou een boek over mijn relatie en ervaringen  met Feyenoord kunnen schrijven, maar vandaag houd ik het bij het een, niet eens chronologische, weergave, al weet ik het begin nog wel precies. Samen met mijn vader en mijn broer op de Puch van Alphen naar Rotterdam. Goed vasthouden was de boodschap, maar de ervaring was onvergetelijk. Langs een industrieterrein met twee miniduikboten bij de toegangspoort  naar De Kuip, dat imponerende stadion. Jan Klaassen. De man die met een op zijn buik hangende bak vol kroketten de (Maas)tribune afliep. De zitkussentjes, die na afloop op het veld werden gegooid. Attila Ladinsky. Go Ahead, of wel de Eagely uit Deventer, de club van mijn schoonvader, waar we ooit met drie nul van wonnen, maar ook de club, die nu aan het begin van de  ingezette de neergang van Feyenoord staat. We worden geen winterkampioen. Het aantal overwinningen zal op een hand te tellen zijn en het rechterrijtje komt in zicht. Ondanks al die mooie herinneringen.
Wat ontzettend naar om zo’n soort supporter te moeten zijn. Maar, zoals gezegd, het is niet anders.   Â