Ellen Deckwitz voor Schrijversfestival in Fredeshiem
Aanstaande zondag 17 maart is Ellen Deckwitz uitgenodigd op buitengoed Fredeshiem in het kader van de maand van het Schrijversfestival Steenwijkerland.
Als geen ander kan Ellen Deckwitz mensen enthousiasmeren voor poëzie. In tijden waarin leesvaardigheid (te) vaak gekoppeld wordt aan het wel of niet begrijpen van overheidsformulieren, breekt Deckwitz een lans voor het plezier en de schoonheid. Deze middag zal Deckwitz in gesprek gaan met de Theo van de Bles over hoe de luisteraar warm gemaakt kan worden voor poëzie en literatuur.
De afgelopen jaren verschenen prijswinnende bundels (onder meer ‘De steen vreest mij’ C. Buddingh-prijs 2012), boeken over schrijven (‘Zo word je een geweldige dichter’). In 2022 verscheen de omnibus ‘Eerste hulp bij poëzie’, waarin ‘Dit gaat niet over grasmaaien’ en ‘Olijven moet je leren lezen’ samenkomen. Ellen Deckwitz won in 2021 De Johnny, de oeuvreprijs voor podiumpoëzie.
Voor de Boekenweek 2020, waarvan het thema ‘Rebellen en dwarsdenkers’ was, schreef Deckwitz het Boekenweekgedicht ‘Rebel’. In 2022 won ze de oudste literaire prijs, de Tollensprijs (sinds 1902 uitgereikt), voor haar oeuvre. In 2024 werd ze voor een periode van twee jaar benoemd tot staddichter van Amsterdam.
Ze is te horen op de podcasts ‘BoekenFM’ en ‘Poëzievandaag’.
Deze voorstelling wordt georganiseerd door de stichting Mr. J.C. Bloem en het Schrijversfestival Steenwijkerland. Op zondag 17 maart in Fredeshiem om 15.00 uur. Kaarten zijn verkrijgbaar bij Rabo Theater de Meenthe.
REBEL Ellen Deckwitz (2020)
Oh ja, ze zeggen altijd wel dat je gewoon jezelf moet zijn maar daarmee bedoelen ze net als de rest.
Houd als dat niet lukt dan tenminste je bek. Weinigen mogen echt bestaan en zelden ben je mooi genoeg, licht genoeg, gewoon genoeg.
Als je het waagt je niet te schamen gillen ze al om je opheffing, hoe ontzettend zonde je bent van het vlees, de aandacht en de tijd. Laat me
met iedere hartslag hen trotseren. Elke klop is een bewijs dat ik er ben en een wereld weiger die niet voor mij is gemaakt. Ik schrijf u vanuit een incompleet lijf dat kan maar vertikt te buigen, een onneembare geest zingt hier rond en ik blijf ademen tot ze erbij neervallen, tot ik zelf mag bepalen dat ik onopgemerkt blijf.